səhifə 7/8 tarix 21.04.2017 ölçüsü 471,66 Kb. #14654
Tweedelijns anti-reumatische geneesmiddelen:
Methotrexaat
Disease Modifying Antirheamatic Drugs (DMARDs) worden in tweedelijns- of ziekte-modifierende anti-reumatische therapie geassocieerd aan NSAIDs
Effecten komen pas tot uiting na weken tot maanden
-
Reumatoide arthritis
-
Goudzouten
-
-
Sulfasalazine* (?)
-
-
Corticosteroiden*
-
-
Ciclosporine
-
-
Penicillamine
-
-
Chloroquine
-
-
Azathioprine
-
-
Leflunomide
-
-
Inflixim
DMARDs die werken als TNF- antistoffen inhiberen van TNF-
-
-
Adalimumab*
-
-
Etanercept
DMARD die werkt als TNF-receptor analoog inhiberen van TNF-
-
-
Behandeling van migraine:
Paracetamol *
Perifeer analgeticum
TD paracetamol: per os (1000mg)
Tmax : kort snel effect
Eerste keus bij couperen van een acute aanval
Zie boven
Codeine*
Centraal analgeticum
Eerste keus bij couperen van een acute aanval
Zie boven
Lysine-acetylsalicylaat
NSAIDs
TD: per os (900mg)
Tweede keus bij couperen van een acute aanval
-
Ibuprofen*
TD: per os (600mg)
Tweede keus bij couperen van een acute aanval
Zie boven
Naproxen*
TD: per os (500-1000mg)
Tweede keus bij couperen van een acute aanval
Zie boven
Metoclopramide*
Gastro-prokineticum/anti-emeticum
TD: per os (10mg) of rectaal (20mg)
30 min voor analgeticum of NSAID toedienen verhoogt de kans op slagen van couperen van een acute aanval
Zie boven
Domperidone*
TD: per os (10-20mg) of rectaal (60 mg)
Zie boven
Ergotamine*
Moederkoornalkaloiden veroorzaken craniale vasoconstrictie met weinig hoofdpijn recidief
TD ergotamine: per os, rectaal (1-2mg bij begin van de aanval , max. 4 mg per week)
TD dihydroergotamine: parenteraal (i.m. of s.c. 1-2mg) of nasaal (1mg)
Derde keus bij maximaal 1 aanval per week
Nevenwerkingen:
GI: nausea, diarree,darmkrampen
Vasculair: perifere vasoconstrictie BD, vaatspasmen en in extremis ergotisme gangreen van de ledematen
Ergotamine-afhankelijke hoofdpijn
CI:
Ischemisch harlijden
Coronaire insufficientie
Perifeer vaatlijden
Matige tot ernstie hypertensie
Zwangerschap (absoluteCI)
Dihydroergotamine*
Sumatripatan*
Triptanen zijn selectieve
5-HT1B/1D receptor agonisten:
5-HT1B intracraniele vasoconstricitie
5-HT1D presynaptische inhibitie van neuropeptiden vrijstelling
5 HT1F en/of 5-HT1D centrale pre- en/of postsynaptische inhibitie van de hersenstamkernen
TD sumatriptan (meest effectief): per os (50-100mg), s.c. (6mg) of nasaal (20mg)
TD naratriptan (best getolereerd) en zolmitriptan: per os (2,5-5mg)
Tmax : vergelijkbaar
Vd: verschillen in lipofiliciteit worden aangeduid als reden voor betere BBB penetratie en dus beter werkzaamheid
T1/2 : 2-4 h (opvallend langer voor naratriptan en frovatriptan)
Bij onvoldoende werkzaamheid van moederkoornalkaloiden en/of frequente aanvallen (hoge prijs)
Nevenwerkingen (mild tot matig en kortdurend):
paresthesien
warmtesensaties
zwaarte gevoel
algeheel gevoel van zwakte
CI:
coronair lijden
hypertensie
verhoogd cardiovasculair risico
niet associeren met MAO-inhibitoren of SSRIs serotonine syndroom
Zolmi triptan
Riza triptan
Nara triptan
Avi triptan
Ele triptan
Frova triptan
Almo triptan
Dihydroergotamine (?)*
Alniditan
F 11356
Pizotifeen (antihistaminica)
Deels agonistische, deels antagonistische effecten op serotonine receptoren
TD: per os (1,5-3mg/d)
Profylactische therapie van migraine indien zich meer dan 2 invaliderende aanvallen per maand voordoen
(NIET KENNEN)
stimuleert de eetlust gewichtstoename
vermoeidheid
slaperigheid
Methysergide*
TD: per os (2-6mg/d)
retroperitoneale, pulmonale en cardiale fibrose (na langdurig gebruik max. 6 maanden continue toediening)
Amitriptyline*
Potentiering van serotonerge transmissie (zie TCAs)
TD: per os (25-150mg/dag)
gewichtstoename
anticholinerge nevenwerkingen
-receptor blokkers*
Onbekend werkingsmechanisme ivm migraine (zie boven)
-
Zie boven
Flunarizine
CA-kanaal blokker
-
gewichtstoename
extrapyramidale verschijnselen
depressie
huidreacties
max. 6 maanden continue toediening
Clonidine*
Centraal werkend antihypertensivum (zie boven)
-
sedatie
monddroogte
bradycardie
rebound-hypertensie bij plots stoppen van therapie
Valproaat*
Anti-epileptica (zie boven
-
Zie boven
Lamotrigine*
-
Topiramaat *
-
Allergische aandoeningen
Hooikoorts, urticaria en angio-oedeem antihistaminica
Promethazine (1 e generatie)
H1-receptorantagonisten:
1e generatie blokeerd ook muscarine receptoren
3e generatie antihistaminica zijn actieve metabolieten of enantiomeren van 2e generatie antihistamina
( therapeutische ervaring toont geen significante verschillen)
vooral effectief indien toediening voor de histamine vrijzetting
Gedeeltelijke preventie van vasodilatatie (ook H2 afhankelijk)
Onderdrukking van capillaire permeabiliteit en oedeemvorming
Preventie van geassocieerde jeuk
TD: per os (volledig)
Tmax : 15-60 min
Vd: penetreren vrij goed BBB
WD: 2-6 h
Allergische rhinoconjunctivitis (hooikoorts)
Allergische dermatosen (urticaria, jeuk bij eczema, dermatitis, insectenbeten)
Reisziekte (cinnarizine)
Adjuverend bij anafylactische reacties
Preventie van overgevoeligheidsreacties (bv. Bij contraststoftoediening)
nausea en braken bij vestibulaire vertigo of ziekte van Meniere (cinnarizie en betahistine een sterke H3 antagonist)
als zwak slaapmiddel of anxiolyticum (difenhydramine)
Nevenwerkingen:
CZS depressie (vooral 1e generatie)
Igv overdossis kunnen paradoxaal hallucinaties en convulies optreden (vooral 1e generatie)
GI: verminderde eetlust, nausea, braken en constipatie of betere eetlust, gewichtstoename en diarree
Anticholinerge nevenwerkingen (1e generatie): slapeloosheid, tremor, palpitaties, tachycardie, monddroogte, urineretentie, wazig zicht en constipatie (CI: glaucoom en prostaathypertrofie)
QTc verlenging fatale aritmieen (terfenadine en astemizol van de markt gehaald)
Paradoxaal optreden van allergische reacties
agranulocytose en leukopenie
Meclozine (1 e generatie)
Diphenhydramine (1 e generatie)
Cyproheptadine (1 e generatie)*
Ketotifen (1 e generatie)
Dimentindeen (1 e generatie)
Cinnarizine (1 e generatie)
Dimenhydrinaat (1 e generatie)
Hydroxyzine (1 e generatie)
Buclizine (2 e generatie)
TD: per os (volledig)
Tmax : 15-60 min
WD: 12-24 h
Relatieve CI:
Eerste trimester van zwangerschap (ook in moedermelk tijdens lactatie sedatie pasgeboren kind)
Associatie met hypnotica, antitussiva en spasmolytica
Cetirizine (2 e generatie)
Ebastine (2 e generatie)
Loratadine (2 e generatie)
Mizolastine (2 e generatie)
Levocetirizine (3 e generatie)
Desloratadine (3 e generatie)
Fexofenadine (3 e generatie)
Levocabastine (3 e generatie)
Astma (zie voor schema blz 45)
Salbutamol*
Kortwerkende 2-receptor agonisten:
TD: inhalatie of per os (als inhalatie niet kan worden aangeleerd)
Behandelingsstap 1 rescue therapie
Eerste keus bij preventie van inspanningsgebonden astma en voor een verwachte bloodstelling aan een allergeen
Tremor
Hoofdpijn
Tachycardie
Palpitaties
Agitatie
Hypokaliemie (bij hoge dosissen)
Fenoterol*
Terbutaline*
Formoterol
Langewerkende 2-receptor agonisten =LABAs
Werkingsmechanisme is hetzelfde als de kortwerkende
TD: inhalatie
Behandelingsstap 3-5 Eerste keuze add-on bij inhalatiecorticosteroiden
Formoterol kan ook als rescue therapie gebruikt worden (werkt even snel)
Dezelfde nevenwerkingen als de kortwerkende
Salmeterol
Beclomethason
Corticosteroiden: inhibite van fosfolipase A2 via inductie van annexine-1 in neutrofielen en eosinofielen vermindert de aanmaak van pro-inflammatoire midiatoren (prostanoiden, leukotrienen en PAF) inductie vergt enkele uren tijd
7-10 dagen) of pararenteraal (i.m. of i.v. alternatieven)
Behandelingsstap 2-5 Eerste keus voor langetermijncontrole (oplopende dosis)
Behandelingsstap 5 ernstige astma en astmacrisis (add-on bij inhalatiecorticoiden)
Lokale nevenwerkingen:
Orofaryngeale candidiasis
Heesheid
Systemische nevenwerkingen zie boven
Chronische perorale behandeling mag nooit plots gestopt worden catastrofale heropflakkering van astma
Budesonide
Fluticason
Theofylline*
Adenosinereceptor antagonisten ( inhibtie PDE):
Centrale excitatie
Hart: tachycardie en + inotroop effect
Bronchodilatatie (vooral bij astma)
Glomerulaire filtratiesnelheid diurese
TD: per os (met vertraagde vrijstelling)
TV: 1,5-15 g/ml (plasma-monitoring noodzakelijk)
t1/5 door: erythromycine, ciprofloxacine, cimetidine (leverenzyminhibitoren)
t1/5 door: nicotine, alcohol, barbituraten, rifampicine, fenytoine, carbamazepine (leverenzyminductoren)
Controle van nachtelijke symptomen die blijven bestaan ondanks onderhoudsbehandeling met inhalatiecorticosteroiden
Behandelingsstap 3 tweede keuze als add-on bij inhalatiecorticosteroiden
Behandelingsstap 4-5 als eventuele add-on
Hart: tachycardie en verhoging O2 nood
CZS: psychomotorische activiteit, waakzaamheid, slapeloosheid, nervositas, tremor, verlagen convulsiedrempel (vooral bij kinderen)
geneesmiddeleninteracties
Ipratropiumbromide
Muscarinereceptorantagonisten (anticholinergica) bronchodilatatie (minder uitgesproken dan bij 2-receptor agonisten)
TD: inhalatie
WD: kortwerkend
Voorzichtig bij zware astma-aanval omdat slijm indikt en moeilijk opgehoest wordt stikken
Droge mond, bittere smaak
Tiotropium*
WD: langwerkend
-
Natriumcromoglicaat
Stabiliserend effect thv de mastcellen minder mediatorvrijstelling
TD: inhalatie
preventief: bij blootstelling aan een allergeen of voor een inspanning
irritatie van de luchtwegen
exantheem (huiduitslag)
Montelukast
Leukotrieenreceptor-antagonisten blokkeren de pro-inflammatoire effecten van de leukotrienen in de bronchi
- orale therapie
behandelingsstap 2 Tweede keus voor langetermijnscontrole
behandelingsstap 3-5 zie Theofylline
hoofdpijn
GI stoornissen
Stijging van de leverenzymen met zelden hepatitis (soms hyperbilirubinemie)
Zafirlukast
-
Omalizumab
Recombinant gehumaniseerd monoklonaal anti-IgE antilichaam
TD: s.c.
Als alternatief bij ernstige allergische astma met bewezen IgE-gemedieerde overgevoeligeheid
-
Adrenaline *
- en -adrenerge effecten:
Vasoconstrictie (BD)
Bronchorelaxatie
Vermindering capillaire permeabiliteit (oedemen)
TD: i.m. (traag 0,2-0,5 ml van een 1/1000 oplossing)
Anafylactische shock
Zie boven
Promethazine*
H1-antihistaminicum
TD: i.m.
Aanwezigheid van urticaria, oedeem of pruritus
Zie boven
Hydrocortison*
Glucocorticoiden inhiberen de mediator vrijstelling en aanmaak
TD: parenteraal
Kan na enkele uren de duur van de reactie verkorten en verslechtering vermijden
Zie boven
Methylprednisolon
Salbutamol*
2-mimetica
-
Igv bronchospasmen
Zie boven
Insuline
Lever: glycolyse, glycogenese, eiwitsynthese, lipogenesis, gluconeogenese, glycogenolyse
Spieren: glucoseopname, glycogenese, glycolyse, eiwitsynthese, eiwitafbraak
Vetweefsel: glucoseopname, glycerolsynthese
TD: s.c. (langwerkende preparaten van waaruit insuline langzaam geabsorbeerd wordt)
T1/2 : 5-10 min
Type I DM
Zo nodig als aanvulling van orale antidiabetica bij type II DM
Hypoglycemie
Lipodystrofie van het onderhuidse weefsel op de plaats van inspuiting
Zeldzaam allergische reacties of insuline resistentie
Insuline lispro
Ultrasnelwerkende insuline analogen
WD: 2-5 h
Met mengpreparaten poogt men de fysiologische schommelingen in de insulinespiegel na te bootsen (2-4 x per dag inspuiten)
Zwangerschapsdiabetes orale antidiabetica kunnen bij de foetus ernstige hypoglycemie veroorzaken
Zie insuline
Insuline aspart
Insuline glulisine
Insuline glargine
Traag maar langwerkende preparaten
WD: 20-24 h
Insuline detemir
Dostları ilə paylaş: