Antwoorden oefenopgaven populatiegenetica

Antwoorden oefenopgaven populatiegenetica

1. 
   .
   
   1. 
      1-q = p 1 – 0,3 = 0,7
      
   2. 
      Homozygoot recessief houdt in dat je twee recessieve allelen tegelijkertijd (= vermenigvuldigen!) moet hebben = aa = q*q = q^2
      

0,3^0,3 = 0,09 is de freq. Van het homozygoot recessieve genotype.

0,09 * 100000 = 9000 mensen

3. 
   Drager ben je als je wel het recessieve allel in je genotype bij je draagt, maar deze niet tot uiting komt. Dit geldt voor de heterozygoten.
   

Aa = pq of aA = qp = 2*pq

2*0,3*0,7 = 0,42 * 100000 = 42000 mensen

2. 
   .
   
   1. 
      65/3500
      
   2. 
      65/3500 = q^2
      

√65/3500 = q =0.14

P = 0.86

2*0,14*0,86 = 0.24

1. 
   0.24*3500 = 0.24*3500 = 840
   
1. 
   .
   
   1. 
      Mannen hebben Xy, dus maar één allel voor dit gen. 1/15 = q en niet q^2
      

Vrouwen hebben wel twee x-chromosomen en dus q^2.

1/15 * 1/15 = 0.0045

1/0.0045 = 222 = 1/222 vrouwen.

2. 
   q^2 = 1/3000
   

q = √1/3000 = 0,018

0,018 * 3000 = ongeveer 55 mannen

1. 
   2*0,018*0,982*1500 = 53 vrouwen zijn drager
   
1. 
   .
   
   1. 
      Q = 1/4000
      

Q= 0.00025

P = 0.99975

2*0,00025*0,9975*8500000 = 2120 vrouwen.

1. 
   Omdat jongens met de spierziekte zich niet voortplanten. Vrouwen kunnen dus nooit twee recessieve allelen verzamelen.
   
2. 
   Er is geen sprake van random mating omdat er selectiedruk is tegen jongens met de spierziekte.
   
1. 
   .
   
   1. 
      P = 0,75
      

Bij mannen is het allel dominant wegens hoge niveaus van testosteron.

Dus p^2 + 2pq = alle mannen die kaal zullen worden.

0,25^2 + 2*0,25*0,75 = 0.0625 + 0.375 = 0.4375 * 1000 = 438 mannen

2. 
   Vrouwen hebben lage concentraties testosteron = q^2 = 0.25^2 = 0.0625*1000 = 63 vrouwen.