Infiltratie anesthesie (zone moet beperkt blijven gevaar systeem effecten)
Zenuwblok anesthesie
Spinale anesthesie
Epidurale anesthesie
Bij i.v. inspuiting of resorptie van te hoge dosissen:
CZS: rustelooshied, tremor die kan uitlopen op convulsies, confusie gaande tot extreme agitatie, uiteindelijk centrale (ademhalings)depressie (met uitzondering van cocaine dat een excitatorisch effect heeft)
blokkering van Na-kanalen van orthosympathische preganglionaire vezels kan vasodilatatie, BD en bradycardie verwekken
rostrale verspreiding kan bij spinale anesthesie ademhalingsdepressie geven indien intercostale zenuwen en de n. Frenicus worden beinvloed
urineretentie bij sacrale spinale anesthesie
Overgevoeligheidsreacties bij esters (het sensitizerend agens in het benzoezuurderivaat dat na hydrolyse ontstaat):
allergische dermatitis
zelden anafylactissche reacties
Vasoconstrictie: toedienen van vasoconstrictor (adrenaline of vasopressine analoog) verlengt anesthesie, bij i.v. toediening:
weefselischemie of algemene adrenerge effecten
Cocaine (E)
Tetracaine (E)
Lidocaine (A)
Prilocaine (A)
Bupivacaine (A)
Benzocaine (E)
Neuropathische pijn
Imipramine*
TCAs (zie boven)
-
Neuropathische pijn
Zie boven
Amitriptyline*
-
Fenytoine*
Anti-epileptica (zie boven)
-
Zie boven
Carbamazepine*
-
Gabapentine*
-
Pregabaline*
-
Ketamine
NMDA receptor blokker
TD: intrathecaal (om effecten op geheugen en cognitie grotendeels te vermijden)
-
Anxiolytica en sedativa
Benzodiazepines
Triazolam
(triazolo-1,4-benzodiazepines)
Werking:
Verhogen van de affiniteit van de GABA-A receptor voor GABA (indirect agonisme) verhogen van de inhibitorische werking van GABA in het CZS (o.m. in het limbisch systeem) verminderde vrijzetting van serotonine en NA
Productie CRF (corticotropin releasing factor)
Effecten:
Anxiolyse
Tem-effect (daling agressief gedrag)
Sedatie
Hypnotisch effect
Anterograde amnesie
Spierrelaxatie
Anticonvulsieve werking
Tmax: binnen 1 h
T1/2: 5 h
WD: zeer kortwerkend
Angststoornissen (lage dosering)
Slapeloosheid (hogere dosering): nitrazepam, flunitrazepam, temazepam, triazolam worden gebruikt (anderen voldoen in principe ook)
Sedatie voor anesthesie (i.v. hoge dosis) anterograde amnesie zal psychisch-traumatische ervaringen dempen
Delerium tremens (toestand van confusie, agitatie en agressiviteit na plots stoppen van alcoholgebruik bij verslaafden) opvangen van alcohol-activiteit op de GABA-erge transmissie
Epilepsie: diazepam (i.v. of rectaal), lorazepam (i.v.) en clonazepam
Spierspasmen en spastische toestanden (zie verder)
Triazolo-1,4-benzodiazepines: milde en matige vormen van psychische depressie (vooral in combinatie met klassieke antidepressiva)
Barbituraten worden niet meer gebruikt omwille van nevenwerkingen en gevaren (uitzonderingen: fenobarbital* wordt soms nog gebruikt als
anti-epilepticum, thiopental en methohexital worden soms nog gebruikt als inductie-anasteticum)
Geneesmiddelen in verband met het cardiovasculair systeem
Diuretica (zie voor overzicht blz 12)
Koolzuuranhydrase-inhibitoren
Acetazolamide
Minder transport van NaHCO3 van lumen naar interstitium in de proximale tubulus, gevolgd door minder beweging van H2O naar het interstitium
TD: per os (volledig)
Tmax: 30 min (max effect na 2 h)
E: renaal
WD: 12 h
Openhoek-glaucoom minder productie van oogvocht (dit kan ook door lokale toediening van oogdruppels dorzolamide)
Alkalinisatie van de urine beter oplossen van zuren in urine (bv cystine, urinezuur, aspirine)
Metabole alkalose tgv diureticagebruik bij iemand met zware hartdecompensatie ( mag geen zout worden toegediend)
“Acute mountain sickness” door de productie en de pH van het CSV te verlagen (best preventief nemen)
verergeren van metabole of respiratoire acidose
nierstenen (calciumzouten zijn minder goed oplosbaar in alkalische urine)
meer ammoniak in systeemcirculatie (vanuit urine) meer kans op encefalopathie (CI: levercirrose)
zelden overgevoeligheidsreacties
bij hoge doses: slaperigheid en paresthesieen
leidt tot systemische acidose bij lang gebruik en meer alkalisch worden van urine
Thiaziden
Thiaziden
Blokkeren van de Na/Cl-transporter (luminale zijde) in het distale kronkelbuisje luminale Na- en vochtbelasting K-secretie (in distaal segment, K verlaat de cel en wordt uitgewisseld met Na en H om de elektronen-neutralistie te bewaren extracellulaire alkalose
E: renaal via het sercretie-mechanisme voor organische zuren (in competitie met urinezuur)
hypertensie (diuretisch en zwak vasodilaterend)
onderhoudsbehandeling van congestief harfalen
nefrolithiase tgv hypercalciurie (bij chronische toediening vermindert de Ca-excretie)
nefrogene (niet ADH-gevoelige) diabetes insipidus (paradoxaal effect): reductie plasmavolume GFR reabsorbtie van NaCl en H2O proximaal max. volume van verdunde urine gereduceerd
hypokaliemische metabole alkalose
hyperuricemie
verminderde glucosetolerantie (insulinevrijzetting uit pancreas en perifeer gebruik van glucose)
hyponatriemie: hypovolemie ADH, nier kan urine minder goed verdunnen, dorst grotere vochtinname (vochtinname beperken + dosis reductie)
Inhiberen van de Na/K/2Cl carrier in de dikke opstijgende tak van de lis van Henle selectieve inhibitie van de reabsorptie van NaCl, verminderen van de normalerwijze positieve intraluminale K-potentiaal vergemakkelijken van excretie van positieve divalente ionen (Mg en Ca)
(Meest krachtige diuretica)
TD: per os of i.v. (bij acuut longoedeem slechte absorptie door verminderde perfusie)
Competitieve antagonist van aldosterone in het verzamelbuisje en het laatste deel van de distale tubulus
(aldosterone: Na+-abs. in verz. Buisje neg. Potentiaal in lumen K+-secretie)
E: hepatisch (enterohepatische circulatie)
Overmaat mineralocorticoiden door primaire hypersecretie of door seundaire aldosteronisme (tgv congestief hartfalen, levercirrose, nefrotisch syndroom
Als diureticum in combinatie met kaliumverliezende diuretica (als kalium supplementen niet volstaan)
Nevenwerkingen:
Hyperkaliemie (nierlijden, NSAIDs, -blokkers en ACE-inhibitoren verhogen risico)
Gynecomasitie, impotentie (spironolacone)
Metabole acidose (door samen met K-secretie ook H-secretie te inhiberen
Soms nierstenen (triamterene)
CI: nierlijden en het nemen van: K-supplementen, NSAIDs, ACE-inhibitoren, spironolactone samen met triamterene of spironolactone samen met amiloride
Triamterene
Inhiberen rechtstreeks de Na-selectieve kanalen thv de luminale membraan in het verzamelbuisje K secretie
Als diureticum in combinatie met kaliumverliezende diuretica (als kalium supplementen niet volstaan)
Amiloride
Osmotische diuretica
Mannitol
Wordt gefilterd en niet getransporteerd water wordt weerhouden thv de proximale tubulus en het dalende deel van de lis van Henle, natriurese is kleiner dan waterdiurese
TD: i.v.
Vermindering van intacraniale en intraoculaire druk (plasma-osmolaliteit intracellulair volume)
Verhogen van urinevolume bv bij rhabdomyolyse of hemolyse
Toenemen congestief hartfalen en uitlokken van longoedeem door expansie extracellulair volume (vaak hoofdpijn, nausea, braken)